Wat zijn apenpokken?
Het virus staat officieel bekend als het monkeypox virus, kortweg MPV. Hoewel er tot op heden in Europa weinig gevallen van apenpokken zijn gemeld, volgt het RIVM de uitbraak nauwgezet en analyseert het continu verschillende gegevensbronnen om niet alleen de ontwikkelingen in de gaten te houden, maar ook om het risico voor de bevolking te kunnen inschatten.
Volgens de huidige kennis is de ziekteverwekker een DNA-virus met een envelopmembraan, dat met een grootte van 200 tot 400 nm een van de grootste tot nu toe bekende virussen is. Het lijkt sterk op het variolavirus (pokken in de volksmond) dat in Europa veel voorkomt, maar bij geïnfecteerde mensen meestal tot een milder verloop van de ziekte leidt. Toch is voor het RIVM isolatie bij een bevestigde besmetting momenteel een van de belangrijkste infectiebeschermingsmaatregelen tegen de ziekteverwekker.
Typische symptomen van een apenpokkeninfectie
Naast koorts, koude rillingen en gezwollen lymfeklieren zijn de meest voorkomende symptomen van een infectie met de ziekte ook myalgie, hoofdpijn, vermoeidheid, artralgie en rugpijn. Bovendien moeten vermoedelijke cutane maculopapulaire tot vesiculopustulaire laesies en orale, rectale of genitale enanthemums ook nauwkeuriger worden onderzocht.
Naast de symptomen moet rekening worden gehouden met de anamnese. Als een patiënt in de afgelopen 21 dagen voor het begin van de symptomen nauw contact heeft gehad met een persoon waarvan de besmetting is bewezen dan wel seksueel contact met wisselende partners in het bijzonder of in een bekend endemisch gebied is geweest met mogelijk contact met dieren, wordt een gedetailleerd onderzoek naar de ziekte aanbevolen.
Overdracht van apenpokken
In de endemische gebieden is de overdracht van dier op mens de belangrijkste oorzaak van de verspreiding. Overdracht van mens op mens wordt als zeldzaam beschouwd en is alleen mogelijk bij nauw en direct contact, bijvoorbeeld via lichaamsvloeistoffen, typische huidveranderingen of in het kader van seksuele activiteiten.
Vooral huidveranderingen wijzen op een bijzonder hoge virusconcentratie, maar infectie door uitgescheiden respiratoire secreties is ook mogelijk met niet-specifieke symptomen zoals koorts, hoofd- en gewrichtspijn. Daarnaast wordt overdracht via besmette oppervlakken en textiel als essentieel beschouwd, terwijl verdere verspreiding via aerosolen onwaarschijnlijk is.
Maar hoe komt het virus in het menselijk lichaam? Minuscule huidletsels en alle slijmvliezen worden beschouwd als de perfecte toegangspoort voor het virus. Als besmettelijk gelden alle patiënten over de gehele duur van bestaande symptomen. Dit kan twee tot vier weken duren. Alle mensen die nauw fysiek contact hebben met aantoonbaar besmette personen lopen een hoger risico.
Infecties detecteren
Om het bewijs van een besmetting met apenpokken via laboratoriumonderzoek aan te tonen staan zowel elektronenmicroscopie als nucleïnezuurdetectie door bijv. de PCR-methode of genoomsequencing ter beschikking. In het geval van nucleïnezuurdetectie moet worden overwogen of dit specifiek is voor apenpokken of dat alleen orthopokken is gedetecteerd. Het wordt als veiliger beschouwd om een test uit te voeren die specifiek is voor apenpokken.
Preventieve maatregelen tegen het virus
Volgens de huidige kennis biedt vaccinatie tegen het humaan pokkenvirus een hoge mate van bescherming tegen het apenpokkenvirus en zorgt niet alleen voor mildere symptomen, maar kan ook worden gebruikt voor de behandeling bij een acute infectie. Er is momenteel geen specifieke vaccinatie tegen apenpokken.
Voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg gelden de volgende hygiënemaatregelen:
- Handhygiëne volgens de WIP-richtlijnen, te vervangen door SRI-richtlijnen
- Persoonlijke beschermingsmiddelen (beschermende jas, onderzoekshandschoenen, veiligheitsbril en kap)
- FFP2-masker bij rechtstreekse patiëntenzorg in overeenstemming met de arbeidsveiligheidsvoorschriften
- In het geval van intramurale zorg individuele accommodatie voor met apenpokken besmette mensen, indien mogelijk met een voorkamer
Antigeentests om te helpen bij de diagnosestelling
Apenpokken-antigeentests in onze webshop
Effectieve ontsmettingsmiddelen voor oppervlakken, huid en instrumenten
Om het risico op besmetting en overdracht in klinische ruimtes tot een minimum te beperken wordt desinfectiemiddel met een bewezen, minimaal beperkte virucide werking aanbevolen. Deze inactiveren ook omhulde virussen, zoals het apenpokkenvirus. Ook moet rekening gehouden worden met een strikte naleving van de inwerktijden. Het onderschrijden hiervan kan betekenen dat het virus niet volledig is geïnactiveerd. Alle kamers in medische instellingen moeten worden schoongemaakt en gedesinfecteerd, dit om te vermijden dat de belangrijkste infectieuze deeltjes zich verspreiden.